Leerkracht
|
|||
Samenvatting |
|||
De WebQuest gaat over de post. In deze WebQuest vindt u interessante opdrachten voor de leerlingen uit de groepen zeven en acht van de basisschool. De opdrachten nemen de kinderen mee op een ontdekkingsreis. Ze ontdekken door het maken van de opdrachten hoe de geschiedenis van de postzegel in elkaar zit, welk traject een brief aflegt eer hij eindelijk op de mat valt. Daarnaast leren ze ook op de WebQuest om een E-mail op te stellen en een verslag te maken met verzamelde gegevens. |
|||
Diversen | |||
Vakgebied: |
Wereldoriëntatie en Taal |
||
Leerdoel 1: |
Gedurende de les oefenen de kinderen om een brief op te stellen a.d.h.v. een aantal stappen. De spelling en grammatica moeten daarbij ook correct zijn. |
||
Leerdoel 2: |
Tijdens het maken van de WebQuest komen de kinderen in contact met verschillende onderdelen van het Nederlandse postsysteem, o.a. het gebruik van postzegels en de weg van de brief. Aan het eind van de WebQuest moeten de kinderen een beschrijving kunnen geven van het Nederlandse postsysteem. |
||
Leerdoel 3: |
Tijdens het maken van de WebQuest leren de kinderen gericht naar informatie te zoeken over een vooraf bepaald onderwerp. Ze oefenen in het gebruik van het internet en hoe ze een vraag kunnen beantwoorden d.m.v. het lezen van een tekst. |
||
Leerdoel 4: |
Tijdens de WebQuest moeten de kinderen gestructureerd
te werken gaan. Door de aanwijzingen in de WebQuest op te volgen oefenen
de kinderen dit. |
||
Type WebQuest: |
Kortlopende WebQuest |
||
Tijdsduur: |
2 uur en de tijd die een bezoek kost (± 1 dagdeel). |
||
Coöperatief leren | |||
Het coöperatief leren is in deze WebQuest verwerkt op de volgende manier: de kinderen werken in een groepje en vullen elkaar daarbij aan. Elke leerling heeft zijn eigen inbreng in het eindproduct (e-mail en poster) en ze reflecteren op elkanders werk. Aan het eind van de WebQuest worden de posters in de klas getoond en wordt er met de klas over gesproken. | |||
Zelfstandig werken | |||
De kinderen werken grotendeels in tweetallen zonder begeleiding van de leerkracht, deze staat natuurlijk wel klaar om ondersteuning te bieden. | |||
Principes van Van Parreren | |||
Motivering van de leertaak – bij de keuze van het onderwerp van deze WebQuest hebben we een onderwerp gekozen dat goed aansluit bij de leef- en belevingswereld van kinderen. Waarschijnlijk heeft elk kind zich wel eens afgevraagd waar hun brief nu precies heen gaat als ze hem in de brievenbus gooien. Ook zien de kinderen regelmatig postbodes met een kar vol brieven. Handelen op verschillende niveaus – dit principe zit heel duidelijk in onze WebQuest verwerkt. Het perceptieve niveau wordt ingevuld door een bezoek te brengen aan een instelling die te maken heeft met de post (bijv. een postkantoor of sorteercentrum). Het verbale niveau wordt ingevuld door met elkaar te praten over de dingen die de kinderen te weten zijn gekomen, hier leren ze ontzettend veel van. Het mentale niveau is het eindpunt van de WebQuest, een kind weet dan hoe het Nederlandse postsysteem in elkaar zit. Gevarieerde oefening – de manieren die in de WebQuest geboden worden om de stof eigen te maken zijn zeer gevarieerd. Zo zoeken de kinderen op internetsites informatie, maar ze brengen misschien ook een bezoek aan een instelling. De informatie verwerken ze door een brief te schrijven en door een collage te maken. |
|||
Aandachtspunten beoordeling WebQuest | |||
De WebQuest wordt beoordeeld aan de hand van de brief en de poster. Er wordt gekeken of er voldaan is aan de verschillende leerdoelen en of alle punten uit de opdracht in de antwoorden verwerkt zijn. | |||
Benodigde materialen | |||
|
|||
Toelichting WebQuest-onderdelen | |||
A) Inleiding | |||
De inleiding spreekt voor zich zelf. De leerlingen kunnen zelfstandig aan het werk, ze werken in tweetallen. | |||
B) Opdracht | |||
De opdracht spreekt voor zich zelf. De leerlingen kunnen zelfstandig aan het werk. Het is wel belangrijk dat de leraar zelf voldoende weet van het onderwerp | |||
C) Handelingen | |||
Ook hier moet de leerkracht weer voldoende over het onderwerp weten.Kinderen moeten voldoende aantekeningen maken over de informatie die ze vinden. Zodat ze straks makkelijker de e-mail kunnen schrijven. Antwoorden op de vragen:
|
|||
D) Bronnen | |||
Leerkracht moet weten welke bronnen er in de WebQuest gebruikt worden. De kinderen moeten de bronnen goed lezen. |
|||
E) Beoordeling | |||
De leerkracht moet de opdrachten van de leerlingen beoordelen op de punten uit het schema, en erop zien dat de leerdoelen behaald worden. De leerkracht kan de kinderen de tip geven om de opdrachten goed te lezen zodat de beoordeling ook positief zal zijn. |
|||
F) Afsluiting | |||
De posters van de leerlingen kunnen nog door de leerkracht klassikaal besproken worden. Je kunt ook nog even klassikaal evalueren. De leerkracht kan de kinderen als tip geven om de opdrachten goed
af te ronden. |
|||
Alternatieve (verwerkings)opdrachten | |||
Met de leerlingen kan je een postkantoor of sorteercentrum bezoeken in je eigen omgeving. Een postkantoor waar de post gesorteerd wordt is in bijna elke gemeente. Er zijn 6 grote sorteercentra in Nederland: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Nieuwegein, Zwolle en Den Bosch. Voor de Weesper scholen is het ook interessant om het grote sorteercentrum in Amsterdam te bezoeken. Er is museum voor Communicatie in Den Haag: www.muscom.nl. Zij hebben diverse programma's samengesteld voor elke groep uit het primair onderwijs. Zo hebben zij diverse onderwijsprogramma's, schoolreisprogramma's, informatiepakketten voor leerlingen maar ook lesmateriaal voor op school. Als u het leuk vindt een postbode bij u in de klas uit te nodigen om het een en ander over zijn werk te komen vertellen, dan kan dit via TPG Post Business Service. U kunt hen bereiken via het telefoonnummer 076 527 27 27. |
|||
Tot slot | |||
Gemaakt door: Sandra Osnabrugge, Suzanne van der Laan, Marian de Ridder, Daniëlle Stooker. Studenten van de () Marnix Academie te Utrecht. Vormgeving: P.J. Blijleven |
|||