|
|
|
|
Score |
|
De leerlingen hebben maar een paar dingen over Willem Barentsz verteld in onze presentatie.
|
De leerlingen hebben de grote lijnen van de derde reis van Willem Barentsz verteld.
|
De leerlingen hebben het hele verhaal van Willem Barentsz en zijn derde reis verteld.
|
|
|
De leerlingen hebben de muurkrant niet betrokken bij de presentatie.
|
De leerlingen hebben de muurkrant laten zien maar niet naar verwezen.
|
De leerlingen hebben aan de hand van de muurkrant de presentatie gegeven.
|
|
|
De leerlingen mompelen en zijn dus slecht verstaanbaar.
|
De leerlingen zijn verstaanbaar, maar ik moet daar wel moeite voor doen.
|
De leerlingen zijn goed verstaanbaar.
|
|
|
De leerlingen hebben geen taken verdeeld en eentje doet het woord.
|
De leerlingen hebben taken verdeeld, maar houden zich hier niet aan.
|
De leerlingen hebben ieder een eigen deel verteld in de presentatie.
|
|
|
De leerlingen zien er uit alsof ze het saai vinden en willen zo snel mogelijk klaar zijn met de presentatie.
|
De leerlingen vinden het wel leuk, maar zien er uit alsof ze liever ergens anders willen zijn.
|
De leerlingen vonden het leuk om te doen en dit komt naar voren in de muurkrant en de presentatie.
|
|
|
|
|
Totaal score: |
|