Leerkracht
Korte inleiding
Op deze pagina kunnen de leerkrachten de benodigde informatie vinden voor het
verwerken van deze WebQuest. Je vindt hier onder andere de achtergrondinformatie
en hoe je de beoordeling moet toepassen. Op deze pagina vind je alles wat je wilt
weten over deze WebQuest.
Naar boven.
Korte samenvatting
De leerlingen gaan op deze WebQuest verschillende internetsites bezoeken. Om te
beginnen maken ze op de inleiding kennis met de opdracht. De leerlingen
krijgen de opdracht uitgelegd en ze worden daar gelijk verwezen naar een internetsites
en het onderzoeken van de hiërogliefen. Bij de pagina opdracht krijgen
de leerlingen de opdracht, dat ze een dagboek gaan schrijven. De leerlingen krijgen
een voorbeeld te zien en van een dagboek. Ze kunnen aan de hand van dat dagboek
hun eigen dagboek indelen en opmaken. Bij de pagina handelingen worden
de kinderen stap voor stap geholpen bij het maken van de opdrachten. Bij elke
opdracht worden ze verwezen naar verschillende internetsites, die hen kunnen helpen
bij het vinden van de oplossingen. bij de bronnen kunnen de leerlingen
naast de gegeven sites van de handelingen meer sites vinden, die gerangschikt
zijn op onderwerp. De leerlingen kunnen hierdoor meer informatie vinden en deze
informatie vergelijken. Het is belangrijk dat ze meer dan één site per onderwerp
bekijken. Per opdracht wordt er verwezen naar de bronnen. Bij de beoordeling kunnen de leerlingen zien waar hun werk op zal worden beoordeeld. Voor jou als
leerkracht is de tabel bedoeld als hulp bij de beoordeling. Er wordt beoordeeld
op het proces van informatieverwerking en op het gemaakte dagboek. bij de afsluiting wordt nog een aantal boeken gegeven, waarin geïnteresseerden meer informatie kunnen
vinden. Er staat ook een krantenartikel. Daarin staat beschreven hoe de leerlingen
aan de slag zijn geweest met de WebQuest.
Naar boven.
Voor welke doelgroep is het bestemd?
Deze WebQuest is bedoeld voor groep 7 en 8. De leerlingen moeten veel zelfstandig werken en
opzoeken, daarom is de WebQuest minder geschikt voor lagere groepen. Naar
boven.
Achtergrondinformatie
Hieronder vind je achtergrondinformatie voor de WebQuest over Egypte. Deze informatie
is te gebruiken als leerlingen hulp nodig hebben of als ze er niet meer uitkomen.
De heerser van Egypte is de farao. Hij werd beschouwd als de zoon van Goden. Hij
had tot eerste taak ervoor te zorgen dat de landbouw goed georganiseerd verliep.
Daarnaast was hij ook opperbevelhebber van de soldaten. Ook had hij, als zoon
van de goden, de functie als hogepriester. De Egyptenaren kenden veel goden, waarvan
Ra, de zonnegod, de belangrijkste was. Osiris was de god van het dodenrijk. Hij
werd vaak afgebeeld als farao met scepter en dorsvleugel. Isis was de goddelijke
moeder en beschermster van alle Egyptenaren. Zij is te herkennen aan een letterteken
op haar hoofd. Anoebis was de god van het mummificeren. Hij had de kop van een
jakhals.
De Egyptenaren geloofden dat doden in het dodenrijk verder leefden. Daarom werden
doden begraven met veel voorwerpen die nuttig waren in het hiernamaals. Om de
ziel van een dode te doen voortbestaan moest, volgens de Egyptenaren, zijn oude
huis, het lichaam, bewaard blijven. Daarom werden de doden gemummificeerd. Met
een haak werden de hersenen door de neus uit het hoofd getrokken. De ingewanden
werden door een opening in de zijkant van het lichaam verwijderd en in urnen bewaard.
De dode werd vervolgens gewassen en vervolgens 70 dagen in een zoutbad gelegd,
zodat het uitdroogde. Daarna werd de dode met olie en reukwaren ingewreven en
in linnen doeken gewikkeld. Vervolgens werd de mummie in een mummiekist gelegd.
De dode was dan klaar voor zijn nieuwe leven.
Farao's werden 5000jaar geleden begraven in piramiden. Latere farao's lieten
hun graven uithakken in rotsen. Deze rotsgraven in het Dal der Koningen werden
streng bewaakt. In 1922 werd in datzelfde dal het graf van Toetanchamon gevonden
door de Engels archeoloog Carter.
De heilige tekens, de hiërogliefen, werden op muren uitgebeiteld maar ook op
rollen geschreven. De hiërogliefen zijn speciale tekens waarmee woorden en namen
werden opgeschreven. Uit de vertaalde hiërogliefen kunnen we opmaken dat
de Egyptenaren over het algemeen een ontspannen leven leiden.
Naar boven.
Doelen (kerndoelen)
De WebQuest sluit aan bij kerndoel 8 voor de Nederlandse Taal:
'De leerlingen kunnen:
teksten schrijven, waarin zij hun eigen ervaringen, mening, waardering of
afkeuring duidelijk weergeven.
schrijven toepassen als middel om gedachten, ervaringen, gevoelens en bedoelingen
voor henzelf te ordenen.'
Daarnaast sluit de WebQuest ook aan bij kerndoel 14 voor Geschiedenis:
'Leerlingen kennen in grote lijnen de volgende belangrijke
hedendaagse en historische gebeurtenissen, verschijnselen,
ontwikkelingen en personen in de geschiedenis.'
Ook sluit de WebQuest aan bij het leeroverstijgende doel 6:
De leerlingen maken verantwoord en doelbewust gebruik van communicatiemiddelen
waaronder nieuwe media:
ze kunnen met behulp van een computer digitale leermiddelen gebruiken.
Naar boven.
Begeleiding leerkracht
Hieronder staat aangegeven wat je als leerkracht bij de verschillende onderdelen
zou kunnen toevoegen om de leerlingen te kunnen helpen.
Inleiding:
- Er zijn verschillende manieren waarop je de inleiding van deze WebQuest kunt
verzorgen. De meest eenvoudige is de leerlingen zelfstandig de inleiding te
laten maken. Dit kan o.a. handig zijn als slechts enkele leerlingen deze WebQuest
over de Egyptenaren maakt of als niet alle leerlingen dezelfde WebQuest uitvoeren.
- Als de leerlingen het paswoord niet kunnen vinden, kun je de leerlingen daarbij
helpen. Als leerkracht kun je de leerlingen gaan helpen met het omzetten van
de tekens op de aangewezen site. Hierdoor zal het de leerling waarschijnlijk
wel lukken om het paswoord te vinden.
- Voor de woordenschatontwikkeling kun je de volgende woorden behandelen: archeoloog,
expeditie en farao.
Opdracht
- De leerlingen kunnen de opdracht zelfstandig gaan maken, omdat dit de voorbereiding
is op de handelingen die ze hierna gaan uitvoeren.
- De leerlingen kunnen moeite hebben met het maken van een dagboek. Je kunt
ze daarbij helpen door een dagboekbladzijde samen te maken. Dit kan eventueel
ook klassikaal gebeuren als er meer kinderen problemen mee hebben.
- Voor de woordenschatontwikkeling kun je de volgende woorden behandelen: vertaling
en dagboek.
Handelingen
- De leerlingen worden in dit onderdeel stap voor stap geholpen bij de opdrachten.
Hierdoor is de begeleiding van de leerkracht niet noodzakelijk.
- Als de leerlingen consequent maar één bron gebruiken, terwijl er meerdere
gegeven worden, is het belangrijk dat ze nog even op de mogelijkheden gewezen
worden.
- Voor de woordenschatontwikkeling kun je de volgende woorden behandelen: negatieve
energie, waken, wagen (waagt) en noodlot.
Bronnen
- De bronnen, oftewel links naar diverse websites over Egypte, zijn gegroepeerd
rondom thema’s. De thema's sluiten aan bij de verschillende opdrachten.
- Voor de woordenschatontwikkeling kun je de volgende woorden behandelen: valstrikken
en vloeken.
Beoordeling
- De leerlingen leveren zodra ze tevreden zijn over hun werk, het dagboek bij
u in. Aan de hand van de beoordelingstabel kun je het werk van de leerlingen
beoordelen.
- Het kan zijn dat de leerlingen het niet goed begrijpen waarvoor en op welke
manier punten worden toegekend aan hun werk. Het is dan handig dat je als leerkracht
even kort toelicht hoe dat in zijn werk gaat. Dat is ook handig voor de evaluatie.
- Voor de woordenschatontwikkeling kun je de volgende woorden behandelen: beoordeling,
beginner, gevorderde en expert
Afsluiting
- De afsluiting spreekt voor zich. Alleen het woord 'WebQuest' kan behandeld
worden, aangezien deze bij dit onderdeel aan bod komt.
- Voor de woordenschatontwikkeling kun je de volgende woorden uit het krantenartikel
behandelen: wonderbaarlijke, te Cairo en plaatselijke.
- Het kan leuk zijn om alvast een aantal boeken van de gegeven lijst in de klas
te hebben voordat de kinderen met de WebQuest aan de gang gaan. Hierdoor kunnen
ze meteen extra informatie opzoeken, zonder er veel moeite voor te hoeven doen.
Dit zal voor sommige kinderen motiverend werken.
Naar boven.
Beoordeling
De beoordeling van de leerlingen wordt hieronder beschreven
De leerlingen kunnen met deze WebQuest punten verdienen. Het aantal punten die
een leerlingen krijgt staan voor de beheersing van de WebQuest. De leerlingen
kunnen maximaal 10 punten per onderdeel in het dagboek verdienen. In totaal
zijn er dus 50 punten voor de leerlingen te verdienen.
- De volledigheid van de informatie
- De juistheid van de informatie
- De nette schrijfwijze
- Het gebruik van internetsites
Wanneer je het hele dagboek hebt bekeken, kunnen er punten toegekend worden.
Uiteindelijk kunnen er dus 50 punten door de leerling verdiend worden.
- onvoldoende = lager dan 15 punten
- twijfel = tussen 15 en 20
- voldoende = tussen 20 en 30
- ruim voldoende = tussen 30 en 40
- goed = tussen 40 en 50
Naar boven.
Vakgebieden
De WebQuest beslaat meerdere vakgebieden. De leerlingen moeten veel historische
informatie opzoeken over Egypte. Het vak geschiedenis komt duidelijk naar
voren. De kinderen moeten informatie zoeken met behulp van de computer. Dat
zorgt ervoor dat ook het vak informatie en communicatie technologie erin verweven
zit. Daarnaast moeten de kinderen een dagboek aanleggen met hun bevindingen.
Daarbij komt het vak Nederlands om de hoek kijken.
Naar boven.
Benodigde materialen
- Een computer
- Internet
- Voor elke leerling een schrift
- Pen en potloden
- Informatieve boeken over Egypte
Naar boven.
Alternatieven
Er is een aantal activiteiten mogelijk aan de hand van deze WebQuest. We hebben
alvast een aantal mogelijkheden op een rijtje gezet:
- Een powerpointpresentatie maken over een van de onderwerpen.
- Een bezoek aan het oudheidkundig museum te Leiden.
- Het ontwerpen van een eigen hiërogliefenschrift.
- Een tentoonstelling maken waarbij alle onderwerpen van de WebQuest
naar voren komen.
- De leerlingen een spreekbeurt laten houden over Egypte.
- Een collage maken over een van de onderwerpen.
- Een verhaal schrijven waarin historische feiten vermeld worden.
Er zijn natuurlijk nog veel meer mogelijkheden, het thema is breed en beslaat
meerdere vakgebieden. Naar boven.