Van cacaoboon tot chocolade

Informatie voor de leerkracht

A) Algemeen

1) Samenvatting

In deze WebQuest gaan kinderen op zoek naar de reis die een cacaoboon maakt, voordat het uiteindelijk chocolade wordt. Ze maken hier uiteindelijk een informatiefolder over, waarin ze het proces in stapjes beschrijven.


2) Diversen

  • Vakgebied: Wereldoriëntatie en Taal - omgevingsonderwijs
  • Doelgroep: groep 7 en 8
  • Leerdoel 1: Informatie uit teksten leren halen en selecteren.
  • Leerdoel 2: Samenwerken
  • Leerdoel 3: Werken aan de vaardigheden op de computer.
  • Type WebQuest: kortlopend
  • Tijdsduur: ongeveer 1 dagdeel (dus de hele ochtend of middag)


3) Aandachtspunten beoordeling WebQuest

Het nakijken:

Voor de stapjes kan je je voor de productie van cacaoboon tot cacaomassa bijvoorbeeld houden aan deze site:

Voor de stapjes kan je je voor de productie van cacaomassa tot chocolade bijvoorbeeld houden aan deze site:

Houd er rekening mee dat ieder kind telkens een ander stapje belangrijk vind. Kijk voornamelijk naar de punten die in de beoordelingmatrix zijn gesteld en naar de eisen die van te voren zijn gesteld. We zullen ze nog even herhalen:

Wat moet er allemaal in het reisverslag komen?

  • Een goede inleiding
  • Alle stappen die de cacaoboon neemt om chocolade te worden. ( minstens 7 stappen )
  • Ieder stapje heeft een goede en passende titel.
  • Iedere stap word uitgebreid beschreven, welke machines, temperatuur, hoeveel tijd neemt dit stapje in beslag, hoe is de chocolade nu?
  • Bij iedere stap word een bijpassend plaatje gezocht
  • Een goede afsluiting. Deze mag je zelf bedenken. Denk aan een chocoladerecept of een stukje tekst over de verschillende soorten chocolade.


4) Benodigde materialen

Pen, papier en computers. Ook moet er een printer aanwezig zijn om de plaatjes uit te kunnen printen.

B) Toelichting WebQuest-onderdelen

Voor de WebQuest

Wij hebben voor dit onderwerp gekozen, omdat ieder kind wel eens chocolade eet en dit onderwerp dus goed past binnen hun leef en beleveniswereld. Wij gaan er dus vanuit dat de leerlingen geïnteresseerd zullen zijn in dit onderwerp. Weinig kinderen weten hoe het productieproces in zijn werk gaat, zo leren ze dus meer achter de chocolade die ze regelmatig eten.

Voordat je als leerkracht aan de gang gaat met deze WebQuest is het handig om met het volgende rekening te houden:

  • Deze WebQuest is bedoeld voor groep 7 en 8.
  • Bekijk van te voren de WebQuest helemaal, hiermee bedoelen we vooral de links. Dit zodat je zelf ook weet waar wat te vinden is.
  • Zorg dat er voldoende papier is voor de uitwerking.
  • Zorg dat de kinderen al ervaring hebben met de computer, ook met het knippen en plakken van de plaatjes.
  • Geef een leuk introductie op de WebQuest. Laat bijvoorbeeld cacaobonen zien en zeg dat het chocolade is of zal worden.

Tijdens de WebQuest

Zorg ervoor dat kinderen niet al te kleine stapjes in het productieproces nemen. Wijs kinderen erop dat ze ook twee kleine stapjes kunnen samenvoegen tot één.
Als kinderen plaatjes willen printen wijs ze dan op het knippen en plakken, er kunnen zo meerdere plaatjes op één pagina.

Mogelijke knelpunten:
Kinderen die niet goed met de computer om kunnen gaan, kunnen in de war raken op websites. Ook kunnen ze problemen krijgen met het uitprinten van de plaatjes. Hoe zet ik die in bijvoorbeeld een word document, zodat er meerdere plaatjes op 1 bladzijde afgedrukt kunnen worden?

Ook kunnen sommige kinderen misschien problemen hebben met het ordenen van de gevonden informatie.

C) Suggesties voor het vervolg

  • Presenteren van de bevindingen.
  • Een strip maken van de verschillende stappen die gemaakt worden bij het maken van chocolade.
  • De leerlingen laten uitzoeken of andere productieprocessen ongeveer hetzelfde verlopen. Wat is er hetzelfde? Wat is anders?
  • Zelf chocolade laten maken.

Differentiatie

Deze WebQuest bied vele mogelijkheden tot differentiatie, die je als leerkracht makkelijk kunt toepassen.

Mogelijkheid 1:
Laat de zwakke kinderen in tweetallen werken of laat iedereen in tweetallen werken waarbij een sterk kind samenwerkt met een zwakkere.

Mogelijkheid 2:
Geef de betere kinderen van te voren een extra eis mee. Ze moeten dan per stapje bijvoorbeeld ten minste 10 regels schrijven.

Mogelijkheid 3:
Verlaag de eisen voor de zwakkere kinderen dus in plaats van 10 stapjes maar acht stapjes of verhoog de eisen van de sterkere kinderen naar twaalf stapjes.

De opdracht is heel vrij, dus kinderen kunnen goed op hun eigen niveau maken. Ze kunnen het zo gedetailleerd maken als ze willen. Maak de eisen van een bepaald verslag goed duidelijk als de kinderen aan het werk zijn, door ze een beetje te sturen in wat ze uitwerken. Zo blijft het voor de leerlingen duidelijk en krijg je per leerling als het goed is het gewenste resultaat.


D) Praktijkvoorbeelden

Sandra Ursinus

Ik loop stage in groep zes, de kinderen bij mij kunnen heel slecht dingen onthouden, dus als je wat zegt wat ze stap voor stap moeten doen. Dan vergeten ze vaak een aantal stappen. Vandaar dat ik de kinderen ook een papier geef waarom stapsgewijs staat wat ze moeten doen. Zo kunnen de kinderen gemakkelijk naar de WebQuest toe gaan. Dus eigenlijk stapsgewijs wat ze moeten doen.

Ik zou de eisen voor het reisverslag wat lager maken, omdat de WebQuest eigenlijk voor de groepen 7, 8 is bedoeld.

Bij mij in de stageklas hebben ze nog nooit eerder met een WebQuest gewerkt. Dus vandaar zal ik eerst een algemene instructie houden over, wat een WebQuest is en hoe je er mee kan werken.

Ik doe dit aan de hand van de projector, zo kan iedereen gelijk zien hoe het werkt.

Vervolgens wordt de groep in tweeën gesplitst, omdat er niet genoeg computers zijn. Ik begeleid beide groepen. De eerste groep gaat beginnen met de WebQuest, over chocolade, ik probeer zoveel mogelijk bij die groep aanwezig te zijn. Dat is vooral omdat ze nog nooit eerder met een WebQuest hebben gewerkt. Ze werken in tweetallen, dus kunnen ze elkaar ook helpen.

De andere groep gaat informatie uit boeken zoeken over chocolade, zodat je ook kan zien dat je nog meer informatie bronnen hebt. De kinderen weten wel hoe ze informatie moeten zoeken uit informatie boeken.

Als de kinderen klaar zijn met de WebQuest en genoeg informatie hebben verzameld, dan gaan we ruilen. De kinderen die eerst op de computers hebben gezeten gaan dan nog wat extra informatie verzamelen uit de boeken. Als de andere groep dan klaar is gaan ze allemaal verder met het mooi maken van de folder.

Annika Verstoep

Allereerst zijn er op mijn stageschool niet genoeg computers beschikbaar. Dit maakt het uitvoeren van een WebQuest lastig. Of ik moet kinderen door de hele school verspreiden, of steeds maar 6 kinderen eraan laten werken. (Er zijn namelijk 3 computers beschikbaar in de klas.) Mede om deze reden hebben de leerlingen nog nooit met een WebQuest gewerkt. Dit zal dus eerst duidelijk uitgelegd moeten worden, al spreekt alles aardig voor zich. Ze moeten toch wegwijs gemaakt worden.

Ik loop stage in groep 8, dus de moeilijkheidsgraad van de WebQuest is wel goed.

Voordat ik hieraan begin, ga ik eerst klassikaal de voorkennis bespreken. Zo is er in ieder geval al een basis aanwezig van kennis, die ze later uit kunnen gaan breiden. Ook probeer ik het meer te laten leven door dingen mee te nemen. (cacaobonen, chocolaatjes enz. uit bijvoorbeeld een promotie pakket van een producent)

Het verschilt erg per leerling hoe handig ze zijn met computers. Om die reden zou ik in tweetallen te werk gaan. Dan probeer ik kinderen die niet zo goed zijn met computers samen te zetten met kinderen die er juist erg handig mee zijn. Zo leert de een van de ander en ontstaan er ook zo min mogelijk problemen met het gebruik van computers.

De kinderen kunnen verder zelfstandig aan het werk, want alles wordt duidelijk beschreven. Ik loop wel rond voor eventuele vragen en natuurlijk ook om aanwijzingen en tips te geven.

Als de WebQuest is afgerond, bespreek ik verassende uitkomsten. In het nabespreken gebruik ik ook hun bevindingen die ze beschreven hebben bij het nawoord. Zo krijg je een goed beeld van hoe de WebQuest is verlopen. De folders kunnen neergelegd worden in de klas, zodat de rest de verschillende folders ook kan bekijken.

Amanda Kuipers

In mijn stageklas ( nu helaas niet meer ) kan ik onze WebQuest zeer goed gebruiken.

Dit is een zeer open WebQuest en het is daarom fijn dat ik ze al heb laten kennismaken met een WebQuest.

Die WebQuest die ze gedaan hebben was zeer gesloten. Er werd een vraag gesteld en daarbij kregen ze een link naar het antwoord. Zo krijgen ze dus in een zeer gesloten vorm door wat Wen webQuest nu eigenlijk is.

Onze WebQuest zou dan een goed vervolg zijn, ieder kind weet nu hoe een WebQuest werkt.

Ze hebben nu voldoende ervaring om een stapje verder te gaan. Ze krijgen nu een aantal links waaruit ze zelf de informatie moeten gaan ordenen.

Zo heb je dus een opbouw in de WebQuest.

Het thema zal uiteraard zeer aanspreken. Ze hebben zelf al een keer kaas gemaakt in de klas. Ze waren heel erg benieuwd hoe dat precies gebeurde.

Zo zullen ze ook heel erg benieuwd zijn naar hoe chocolade gemaakt word.

In mijn klas kan ieder kind het niveau van deze WebQuest aan. Alleen zal het ene kind sneller werken dan een ander kind. Sommige omdat ze het niet kunnen en sommigen omdat ze het niet willen.

Daarom zou ik het volgende doen in mijn stageklas. De snelle/sterke kinderen krijgen een extra eis mee, minimaal tien regels per kopje. De zwakke/langzame kinderen maken gewoon de opdracht en ik wil zien dat ze hun best doen. Wanneer de kinderen die het echt niet kunnen maar wel gewoon werken het niet af hebben is het niet erg. Maar ik verwacht wel dat iedereen goed ze best doet, doet een kind dat niet dan wil ik toch zien dat het af is.

D) Tot slot

Deze WebQuest is gemaakt door:

  • Amanda Kuipers
  • Sandra Ursinus
  • Annika Verstoep

 

 

 
Deze WebQuest is ontwikkeld door studenten van de Marnix Academie