Handelingen
STAP 1
Je begint je dagboek met net zo’n soort verhaal als je in de
inleiding lezen kon. Je vertelt welke datum het is en wat er aan de
hand is. Maak het verhaal spannend! Vertel dus ook goed hoe jij je
voelde.
Bron: Rijkswaterstaat (CC-0)
STAP 2
Schrijf in je dagboek hoe de hulpverlening in z’n werk ging.
Vertel wie jou kwam helpen en hoe dat gedaan werd. Ging het allemaal
helemaal goed of gebeurde er wat ergs? Werd alleen jij geholpen of
ook je familie of buren of misschien nog wel andere mensen? Hoe voelde
je je? Kon je het allemaal goed beseffen of was je verstijfd van angst?

STAP 3
Vertel waar je terecht kwam nadat je uit je huis was ‘bevrijd’.
Vertel dat je in een groot gebouw (bijvoorbeeld een kerk) werd opgevangen.
Hoe lang moest je hier blijven? Moest je een keer overgeplaatst worden?
Vertel ook wat je deed in het gebouw waar je werd opgevangen? En hoe
waren de mensen om je heen? Was iedereen aan het huilen of werden
er misschien wel leuke spelletjes gedaan. En hoe zat het met het eten?
Was er genoeg eten en drinken voor iedereen?
STAP 4
Intussen is het ongeveer een jaar later en je mag weer naar huis!
Je hebt een jaar lang niet in je dagboek geschreven en schrijft daarom
nog in het kort waarom het zo lang duurde tot je weer naar huis mocht.
En vertel ook dat je in de tussentijd nog een poos bij familie hebt
gewoond omdat jullie niet zo lang in het gebouw mochten blijven waar
jullie eerst zaten.
Maar het is nu een jaar later en de ramp heeft best veel indruk op
je achter gelaten. Waar je nog het meest nieuwsgierig naar bent is:
wat is er precies gebeurd? Welke dijk(en) zijn er doorgebroken? Welk
deel van Zeeland is overstroomd? Hoe had dit kunnen gebeuren?
Je wilt antwoord vinden op deze (en misschien nog wel meer) vragen
en gaat op onderzoek uit. In je dagboek beschrijf je de antwoorden
die je gevonden hebt. De antwoorden kun je vinden op de intersites
die onder het knopje bronnen staan. Maar in je dagboek schrijf je
dat je de antwoorden hebt gevonden door bijvoorbeeld te kijken op
de plekken (dijken) waar het gebeurd is. En door mensen te ondervragen
(familie, maar ook deskundigen – dat zijn mensen die er heel
veel van af weten).

STAP 5
Je bent een paar dagen bezig geweest met het onderzoeken van de vragen
en je hebt nu alle antwoorden gevonden. Maar je nu eigenlijk nog mee
zit is: wat kan er gedaan worden om ervoor te zorgen dat dit nooit
meer gebeurt?!
Op een dag lees of hoor je dat de overheid de ‘Deltawerken’
wil gaan maken. Maar wat zijn de Deltawerken? Hier ga je naar op zoek
op het internet (zie bronnen). Schrijf in je dagboek welke informatie
je hebt gevonden
STAP 6
Je weet nu wat de Deltawerken zijn en wat ze doen (dit heb je in stap
5 beschreven). Je vindt de Deltawerken een heel goed plan en schrijft
daarom een brief naar de overheid waarin je schrijft dat je er heel
blij mee bent omdat je wilt dat er nooit meer zo’n ramp zal
gebeuren! In je dagboek schrijf je je kladversie van deze brief.
STAP 7
Tenslotte schrijf je in je dagboek dat je stopt met schrijven omdat
je nu genoeg weet van de hele watersnoodramp. Je schrijft dat je hoopt
dat anderen je dagboek ooit nog eens zullen lezen en er misschien
wel wat van leren!
|