Inleiding Opdracht Handelingen Bronnen Beoordeling Afsluiting Leerkracht

Leerkracht

 

 

Samenvatting

Het onderwerp van deze WebQuest is de watersnoodramp van 1953. De kinderen schrijven een dagboek over de ramp. Ze moeten zich voorstellen dat zij in 1953 leven. Ze worden stap voor stap begeleid door alle gebeurtenissen rondom de watersnoodramp. Uiteindelijk geeft dit dagboek dus weer wat er allemaal gebeurde in 1953 en het jaar daarna. Het wordt dus niet alleen een leuk document, maar vooral ook een heel leerzaam document.

 

Diversen

Vakgebied:

Geschiedenis voor de bovenbouw en Taal.

 

Leerdoel 1:

De kinderen leren over de watersnoodramp en de gevolgen.

 

Leerdoel 2:

Ze verkrijgen kennis over de Deltawerken.

 

Leerdoel 3:

De kinderen leren door middel van het dagboek hun schrijfdoelen (opbouw tekst, grammatica en spelling en leuk om te lezen) te realiseren.

 

Leerdoel 4:

De kinderen leren zich in te leven in een persoon die in een andere tijd leefde.

 

Type WebQuest:

Langlopend.

 

Tijdsduur:

Een project van een week (alternatieven mogelijk).

Aandachtspunten beoordeling WebQuest
De kinderen worden beoordeeld op het aantal stappen die ze hebben beschreven, op het ontwerp van het dagboek, op de schrijfstijl en op de spelling. Voor een uitgebreid beoordelingsschema, kunt kijken onder het kopje ‘beoordeling’.

 

Benodigde materialen

Voor het uitvoeren van de opdracht op deze WebQuest hebben de kinderen de volgende materialen nodig:

  1. Een computer met internetaansluiting;
  2. Printer;
  3. Pen en papier;
  4. Scharen en lijm;
  5. Diskettes om de informatie op te slaan;
  6. Map/snelhechter voor het uiteindelijke resultaat.

 

Omgevingsonderwijs

 

A) Omgevingsonderwijs Uithoorn

Doelen les 1:

  • De kinderen kunnen zich een voorstelling maken bij een polder.
  • De kinderen kennen begrippen als zomerdijk, winterdijk, uiterwaard etc.
  • De kinderen weten wat een gemaal is en hoe het eruit ziet.

Doelen les 2:

  • De kinderen kunnen omgaan met een kaart met hoogtegetallen.
  • De kinderen weten welke handelingen er allemaal moeten worden verricht als er een dijk doorbreekt.

LES 1
Nederland is een echt waterland en dat is in Uithoorn goed te zien. In het gebied bij de Kwakel wordt een groot gedeelte van de grond gebruik voor agrarische doeleinden. Deze 'lappen grond' liggen in een polder. De Amstel stroomt hier naast en je kunt daar heel goed zien dat het water in de Amstel hoger is dan het land (net als in Zeeland). Dit kunnen we met de kinderen nader onderzoeken. Er kan een speurtocht worden gemaakt, waarbij de kinderen op verschillende plaatsen opdrachten moeten doen. De kinderen moeten bijvoorbeeld opmeten hoeveel hoger het water in de Amstel ongeveer is dan het land in de polder of ze moeten een doorsnede maken van de Amstel en de daarnaast liggende dijken. Hierbij wordt meteen duidelijk dat er zoiets bestaat als een zomer- en een winterdijk. De speurtocht kan eindigen in het gemaal, waar de kinderen (op een leuke manier!) informatie kunnen krijgen van een deskundige.

LES 2
Voor les 2 hoeven we de klas niet uit. De kinderen krijgen een kaart van Uithoorn waarop hoogtegetallen staan. Deze kaart wordt eerst nauwkeurig bestudeerd en de kinderen zullen erachter komen dat het gebied in de polder lager ligt dan het land eromheen. Nu zullen in Uithoorn de dijken niet zo snel doorbreken, maar stel je voor dat het toch gebeurt. Welke gedeeltes van Uithoorn komen dan onder water te staan? Welke mensen moeten evacueren? Waar kunnen deze mensen worden onder gebracht? Welke hulp moet er worden verleend? Enzovoorts. Elk groepje heeft de taak om iets rondom deze fictieve ramp te onderzoeken en samen met de andere groepjes maken ze een plan van aanpak (coöperatief leren).

B) Omgevingsonderwijs Amstelveen

Amstelveen heeft weinig tot niks vandoen met de watersnood die in 1953 plaats vond. Daarom is het lastig om omgevingsonderwijs toe te passen op een school in Amstelveen met dit onderwerp.
Een opdracht zou kunnen zijn de kinderen op te laten zoeken hoe veel Amstelveen onder de zeespiegel ligt (dit is best laag). En vervolgens moeten de kinderen uitzoeken bij een overstroming van welke zee, rivier of kanaal Amstelveen onder water zou kunnen komen te liggen. En wat zou hier tegen te doen zijn? Welke delen van Amstelveen komen wel en welke niet onder water?

C) Omgevingsonderwijs Utrecht

De lessen die je zou kunnen geven aan de hand van de webquest die wij gemaakt hebben, hebben betrekking op de sluizen in het Merwedekanaal.
We gaan het dan eerst hebben over de Deltawerken, omdat dat natuurlijk ook een soort sluizen zijn. Hoe werkt een sluis en waar vind je sluizen?
Het zou natuurlijk mooi zijn als je met de klas de sluizen kan gaan bekijken en van een deskundige de nodige informatie krijgt.

Als vervolg hierop kun je de opgedane informatie laten verwerken in een tweede les. Bijvoorbeeld door het mechanisme van de sluizen na te bouwen. Misschien in de waterbak van de kleuters? Een andere verwerkingsopdracht kan het maken van opdrachten zijn. Dan denk je aan opdrachten als het tekenen van een landkaart van Nederland; hoe zou het eruit zien zonder sluizen. De kinderen moeten dan eerst nagaan waar er allemaal sluizen zijn en welke delen van Nederland te laag zouden liggen.

D) Omgevingsonderwijs Wilnis

Als ik deze les zou geven aan mijn leerlingen, dan zou ik eerst met de leerlingen praten over de Watersnoodramp, zodat ze weten wat het inhoudt en wat de gevolgen waren van deze ramp. Nu loop ik stage in Wilnis en daar is vorig jaar de dijk door gebroken, dat is natuulijk wel toevallig. Ik zou de leerlingen mee nemen naar de plek van de dijk doorbraak zodat ze zien wat er is gebeurt. Ik zou proberen iemand uit te nodigen die ons iets kan vertellen over de oorzaak en de gevolgen. Ook zouden we een kijkje kunnen gaan nemen in de tuin, of in het huis van een persoon die getroffen is door deze doorbraak (natuurlijk met toestemming)
Zo gaat het een beetje leven voor de kinderen, ze zien wat er is gebeurd en ze kunnen zich inleven in de personen. Zo zou ik mijn omgeving bij het onderwerp "Watersnoodramp" gebruiken. Ik denk dat de leerlingen zich dan wel beseffen hoe erg de ramp van 1953 was.

 

Tips voor leerkrachten

 

Om op een goede manier met de WebQuest te werken, staan hieronder een paar tips.

  1. De leerkracht dient de WebQuest van tevoren zelf eigen te hebben gemaakt;
  2. Voordat de kinderen gaan werken met de WebQuest worden de computers vast opgestart;
  3. Pen, teken- en schrijfpapier, kleurpotloden liggen klaar bij de computers;
  4. Laat de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig werken met de WebQuest.
  5. Kijk regelmatig of de kinderen niet vast lopen met de WebQuest.
  6. Check van te voren de bronnen, om te bepalen of het verantwoord is om te lezen voor de kinderen uit jouw klas.
Alternatieve (verwerkings)opdrachten

Nadat de kinderen het dagboek hebben geschreven, zijn er nog verschillende mogelijkheden om verder te werken met deze opdracht. Als creatieve opdracht kun je kiezen voor het ontwerpen van een voorkant voor het dagboek. Hierbij kun je een eigen invulling bedenken.

Daarnaast is het ook erg leuk om een buitenopdracht aan deze WebQuest te verbinden. Te denken valt dan aan het nabouwen van de Deltawerken. De zandbak kan goed functioneren als bouwgrond.
Om nog even extra aandacht te vestigen op het inlevingsvermogen van de kinderen, kun je de opdracht geven om een toneelstukje te bedenken en uit te voeren met als onderwerp de watersnoodramp van 1953.

Tot slot

Deze WebQuest is ontworpen door Willemijn Piet, Ilse Breddels, Ineke Bunk en Elin Kotterer. Studenten van de () Marnix Academie te Utrecht.

Vormgeving: P.J. Blijleven